Ze ruimden vijandige barrières op en overwonnen natuurlijke obstakels. Tijdens de aanval op vijandige versterkte posities ontruimden pioniers een pad door prikkeldraad en mijnenvelden. Sappers moesten vaak opdrachten uitvoeren leg landmijnen onder de verdedigende eenheden of drijf de vijand uit met vlammenwerpers.
In defensieve omstandigheden bouwden aanvalspioniers militaire verdedigingsinstallaties met loopgraven, draadverstrengelingen en geplaatste mijnenvelden.