Het was het einde van 1942 toen een Duitse zware tank met extra dik pantser en een krachtig hoofdkanon voor het eerst op het Noord-Afrikaanse front verscheen. De nieuwe tank, langgewenst door de Duitse soldaten die hard gevochten hadden tegen de geallieerden, werd bekend als de Tiger I Ausf. E. Ontwikkeling van de Tijger Ik begon eind mei 1941. De afdeling Wapens van het Duitse leger gaf de firma Henschel opdracht om samen met Porsche een prototype te produceren. De eerste prototypes zijn in april 1942 getest. Het resultaat van deze en daaropvolgende proef toonde de superioriteit van het Henschel-voertuig aan de Porsche's, en dus werden productieorders ervoor geplaatst. Het prototype van de Henschel had een dik pantser van 100 mm aan de voorkant en 80 mm aan beide zijden, en het hoofdkanon was toen de krachtigste, de 8,8 cm KwK 36 L / 56. De motor was de HL 210 P45 van Maybach en leverde 650 pk. De massaproductie begon al in augustus 1942 met weinig wijziging van het prototype. Vanaf november 1942 werden op de achterplaat van de romp luchtvoorreinigers toegevoegd. De mantel werd gedeeltelijk versterkt en vanaf mei werden er "S" -ontladingslozers gemonteerd op vijf bevestigingspunten rond het dak van de romp. Bovendien werd vanaf januari 1943 de periscoop van een lader gemonteerd. De Tiger I die van november 1942 tot juli 1943 werd geproduceerd, bevatte deze wijzigingen, die de vroege productie worden genoemd. Ongeveer 200 eenheden van deze vroege productieversies werden geproduceerd.